ILO: Genderkloof op het werk kost samenleving veel geld

Volgens het VN-orgaan is het voor vrouwen lastiger om werk te vinden dan voor mannen. "Vrouwen beter toegang geven tot de arbeidsmarkt is een eerste stap", zegt de ILO. In 2017 lag de wereldwijde participatiegraad rond 49 procent, bijna 27 procentpunten later dan bij mannen. Daar zal naar verwachting in 2018 weinig aan veranderen.

Barrières

Grotere deelname van vrouwen aan de arbeidsmarkt kan niet alleen duizenden miljarden voor de wereldeconomie opleveren, maar ook extra belastinginkomsten. Dat geldt volgens de ILO in het bijzonder in Noord-Afrika, de Arabische landen en Zuid-Azië. Werk zou ook een positieve invloed hebben op het welzijn van de vrouwen, aangezien de meeste vrouwen graag willen werken.

"Wereldwijd werkt de helft van de vrouwen niet, terwijl 58 procent van hen wel betaald werk wil. Dat is een sterke aanwijzing dat er hindernissen zijn op het gebied van participatie", zegt Deborah Greenfield, plaatsvervangend ILO-directeur voor Beleid.

"Wat als eerste zou moeten gebeuren, is het wegnemen van die hindernissen voor vrouwen die graag tot de arbeidsmarkt willen toetreden, en het aanpakken van de barrières waar ze tegenaan lopen als ze eenmaal werk hebben."

Rolverdeling

De ILO wijst ook op de noodzaak "rollen te herdefiniëren" op de werkvloer. "De houding ten opzichte van de rollen van mannen en vrouwen op het werk en in de samenleving moet veranderen. Veel te vaak vinden sommige mensen dat het "onacceptabel" is voor vrouwen om betaald werk te hebben", zegt Steven Tobin, hoofdauteur van het rapport.

Het rapport pleit ook voor gelijke betaling voor werk van gelijke waarde, het aanpakken van de oorzaken van segregatie in sommige sectoren; erkenning, vermindering en herverdeling van onbetaalde zorgtaken; en het tegengaan van discriminatie, geweld en intimidatie op de werkvloer.